Hoe kijken jonge, vooruitstrevende ondernemers naar onze energietoekomst? Voor Ferdinand Grapperhaus, medeoprichter van stroomopwekker PHYSEE, staan tal van kleine initiatieven op het gebied van duurzame energie centraal in de energietransitie.
PHYSEE is zo’n initiatief op het gebied van duurzame energie. De vijftien medewerkers van het bedrijf produceren ‘slimme’ ramen die, dankzij zorgvuldig geplaatste zonnecellen aan de randen van het raam, zonlicht vangen en omzetten in elektriciteit. Bovendien zijn de ramen voorzien van meetapparatuur waarmee je de binnenruimte beter kan reguleren. Dat betekent meer comfort en efficiënter energieverbruik.
Op de achtergrond doet het bedrijf onderzoek naar materialen die goed in staat zijn licht te absorberen en door te geven. Wanneer het bedrijf die materialen in de toekomst als transparante coating verwerkt in de PHYSEE-ramen, realiseren zij een nog veel grotere elektriciteitsopwekking. Grapperhaus: “Dan praat je echt over stroomopwekkend glas.”
In dat onderzoek naar licht-absorberende materialen, vond PHYSEE zijn oorsprong. Zoals vele energiestart-ups: tijdens afstudeeronderzoek aan de Technische Universiteit Delft. Voor Grapperhaus en studiegenoot Willem Kesteloo genoeg reden om in 2014 een nieuw bedrijf te starten. Uitgangspunt daarbij is dat de onderneming direct waarde toevoegt aan verduurzaming.
Grapperhaus: “We willen meer zijn dan alleen een onderzoeksbedrijf. De energietransitie laat niet op zich wachten. Dat betekent dat je niet eindeloos kunt blijven onderzoeken en ontwikkelen”. Daarom produceert PHYSEE alvast de huidige ‘slimme’ ramen, die ook zonder coating als volwaardige energieopwekker gelden.
Patent
Volgens Grapperhaus zijn gebouwen dankzij de PHYSEE-ramen zo’n tien procent zuiniger. Omdat gebouwen verantwoordelijk zijn voor veertig procent van de wereldwijde elektriciteitsvraag, is zo’n optimalisatie op zijn minst interessant te noemen. Particulieren kunnen de ramen à negentig euro per vierkante meter vooralsnog niet zelf kopen.
Het bedrijf levert de ramen op projectbasis, bijvoorbeeld voor het hoofdkantoor van de Goede Doelen Loterij in Amsterdam-Zuid en voor Rabobank Fellenoord, in Eindhoven. In totaal wist PHYSEE op die manier driehonderd vierkante meter aan ‘slimme’ ramen te installeren.
En daar eindigt het niet. Onlangs ging PHYSEE een samenwerking aan met Daan van der Vorm die naast financiering ook een nieuw project meebrengt: 1.850 vierkante meter aan PHYSEE-ramen in het nieuwe appartementengebouw BOLD aan het Amsterdamse IJ. Ondertussen zijn PHYSEE’s patentaanvragen goedgekeurd.
Daarmee gaat het bedrijf een nieuwe fase in. Wisten ze vooralsnog het hoofd boven water te houden dankzij steun van de Technische Universiteit Delft en zo’n anderhalf miljoen euro aan investeringen en prijzengelden, om echt de markt op te gaan is een verdere investering van vijf miljoen euro nodig. Als dat lukt kan PHYSEE binnen twee jaar winstgevend zijn.
Decentraal
PHYSEE is een goed voorbeeld van wat Grapperhaus de oplossing voor de energietoekomst noemt: relatief kleine, duurzame en decentrale initiatieven die gezamenlijk een significante bijdrage leveren aan de energietransitie. Grapperhaus: “Wanneer die kleine initiatieven groeien, komen ze elkaar uiteindelijk tegen om een geheel te vormen. En om dat geheel te coördineren zijn ook de meer traditionele elektriciteitsbedrijven in de toekomst hard nodig.”
Net als het PHYSEE-raam waarin de combinatie van zonnecellen, coatings en energiemetingen leidt tot optimale energieopwekking en -verbruik, zullen onze huizen in de toekomst grotendeels zelfvoorzienend zijn dankzij een combinatie van energie-initiatieven, van zonnepanelen op het dak tot een warmte-koudeopslag in de kelder.
Zodoende maak je van een traditioneel gebouw een mini-energiecentrale, die in ieder geval de lokale energievoorziening op zich neemt en op termijn wellicht ook nog kan leveren aan het elektriciteitsnet. En daar ligt volgens Grapperhaus wellicht de grootste uitdaging voor de elektriciteitsbedrijven: hoe kun je het elektriciteitsnet inzetten om van een grotendeels decentrale energievoorziening een betrouwbare nationale energiebalans te maken, met minimale conversie- en transportverliezen.
Idealisme
Het is niet de enige uitdaging waar Grapperhaus over nadenkt. Hij windt zich er bijvoorbeeld over op dat iedereen bij een zonnepaneel meteen aan de terugverdientijd denkt. Waarom eigenlijk? Wat Grapperhaus betreft is het toch logisch dat je moet betalen voor verduurzaming.
Gelukkig kan hij terugvallen op een relatief idealistische generatie, die het klimaatprobleem onderkent én bereid is erin te investeren. Tot op zekere hoogte althans, want niemand wil inleveren op levenskwaliteit, ook een idealist niet. En precies daarom is de Tesla naast elektrisch vooral ook een mooie wagen en zijn de ramen van PHYSEE net zo transparant als een raam dat geen stroom opwekt.
De veranderde energietoekomst begint voor een groot deel met deze idealistische denkers, enerzijds als ondernemers van duurzame energieprojecten, anderzijds als eindgebruikers die bereid zijn meer te betalen. Als de overheid die duurzame initiatieven vervolgens blijft subsidiëren, leidt innovatie zo snel tot kostenverlaging dat ook afnemers op zoek naar een interessante terugverdientijd echte interesse krijgen.
En zo resulteert een mix van idealisme, duurzame initiatieven en subsidies tot een nieuw decentraal energiemodel. Grapperhaus: “En dan gebeurt het. Want die enorme versnelling die nu al gaande is, is nog lang niet eindig.”
Dit artikel verscheen in Energiepodium.